Belasting op antennes

De Gemeenteraad,

Gelet artikel 170 van de Grondwet ;

Gelet op artikels 117 en 118 van de Nieuwe Gemeentewet;

Gelet op het artikel 252 van de Nieuwe Gemeentewet waarbij een begrotingsevenwicht wordt opgelegd aan de gemeenten ;

Gezien de Ordonnantie van 03 april 2014 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake gemeentebelastingen ;

Overwegende dat de Gemeenteraad het nuttig heeft geoordeeld de door dit reglement beoogde zuilen, masten, antennes en andere telecommunicatie, zend-en informatieuitwisselingsinstallaties te belasten teneinde zich aanvullende inkomsten te verschaffen ter financiering van de uitgaven van algemeen nut waaraan de gemeente het hoofd dient te bieden en de fiscale last op billijke wijze te spreiden, gegeven het feit dat andere belastingreglementen andere categorieën belastingplichtigen treffen ;

Overwegende dat zuilen, masten, antennes en andere telecommunicatie-, zend- en informatieuitwisselingsinstallaties een infrastructuur zijn waarmee een economische activiteit wordt uitgeoefend die inkomsten voortbrengt, welke redelijkerwijze toelaten dat de natuurlijke personen of rechtspersonen, actief in de sector van de telecommunicatie-, zend- en informatieuitwisselingsinstallaties, beschikken over bijdragemogelijkheden die hun toelaten om de

belastingen, die hen ten laste worden gelegd, te betalen ;

Gezien de financiële toestand van de gemeente;

Op voorstel van het Schepencollege;

BESLUIT  :

Het volgende fiscaal reglement vanaf 01/01/2017 en voor een termijn die verstrijkt op 31/12/2019 :

ARTIKEL 1

Er wordt een belasting gevestigd op de zuilen, masten, antennes en andere telecommunicatie-, zend- en informatie-uitwisselinginstallaties door hertzgolven gevestigd op het grondgebied van de Gemeente.

ARTIKEL 2

De belasting is, per aanslagplaats, voor het gehele jaar verschuldigd, ongeacht de datum van de installatie of de verwijdering van de zuil, mast, antenne of andere telecommunicatie-, zend- en informatie-uitwisselinginstallatie door hertzgevolgen en ongeacht de werkingsduur van de installatie.

ARTIKEL 3

De belasting is verschuldigd :

- door de eigenaar van de zuil, mast, antenne, telecommunicatie-, zend- en informatieuitwisselingsinstallatie of door de houder van de zakelijke rechten op dergelijke

installaties ;

- wanneer voor dergelijke installaties een stedenbouwkundige vergunning vereist is, door de houder van de stedenbouwkundige vergunning ;

- wanneer voor dergelijke installaties een milieuvergunning of een voorafgaande aangifte vereist zijn en geen stedenbouwkundige vergunning vereist is, door de begunstigde van de milieuvergunning of de voorafgaande aangifte.

ARTIKEL 4

Indien de plaatsing van de zuil, mast, antenne of andere telecommunicatie-, zend- en informatieuitwisselinginstallatie door hertzgevolgen uitgevoerd werd zonder stedenbouwkundige - of milieuvergunning of een voorafgaande aangifte, is de belasting verschuldigd door de persoon die door het feit van de installatie onderworpen wordt aan het bekomen van deze vergunning of aan het indienen van een voorafgaande aangifte.

 ARTIKEL 5 

Het bedrag van de jaarlijkse belasting bedraagt 3.000,00€ per zuil, mast, antenne of andere

telecommunicatie-, zend- en informatie-uitwisselinginstallatie door hertzgolven.

 A RTIKEL 6 

Zijn van de belasting vrijgesteld:

a) de zuilen, masten, antennes en andere telecommunicatie-, zend- en informatie-uitwisselinginstallaties door hertzgolven die met militaire of openbare doeleinden uitgebaat worden. De zuilen, masten, antennes en andere telecommunicatie-, zend- en informatie-uitwisselinginstallaties door hertzgolven die door natuurlijke of rechtspersonen voornamelijk met winstdoeleinden uitgebaat worden, kunnen niet beschouwd worden als een uitbating van openbaar nut.

b) satellietontvangers voor de ontvangst van televisieprogramma's.

c) de telecommunicatie-infrastructuur van het netwerk A.S.T.R.I.D. zowel voor de openbare opdrachten als voor commerciële activiteiten.

ARTIKEL 7

De Administratie verstuurt een aangifteformulier naar de belastingplichtige en dient door hem, behoorlijk ingevuld, gedateerd en ondertekend, terugbezorgd te worden binnen de 30 kalenderdagen.

ARTIKEL 8

De belastingplichtige die geen aangifteformulier zou gekregen hebben, dient zelf een aangifteformulier aan te vragen bij de gemeentelijke administratie en behoorlijk ingevuld, gedateerd en ondertekend, terugbezorgd te worden binnen de 30 kalenderdagen.

In het geval van wijzigingen van de belastbare basis en voor elke nieuwe uitbating van zuilen, masten, antennes en andere telecommunicatie-, zend- en informatie-uitwisselinginstallaties door hertzgolven, moet de belastingplichtige een nieuw aangifteformulier aanvragen, deze naar behoren invullen, ondertekenen en terugsturen naar de gemeente binnen de 15 dagen na het optreden van de wijziging.

Onverminderd de bepalingen van deze verordening, vormt de nieuwe aangifte de basis voor de inkohiering de komende jaren en herroept uitdrukkelijk het vorige aangifteformulier.

ARTIKEL 9

De aangifte blijft geldig tot herroeping. Deze dient schriftelijk te worden betekend aan de gemeentelijke belastingdienst.

ARTIKEL 10

De belastingplichtige is verplicht de eventuele controle van zijn aangifte te vergemakkelijken door het verstrekken van alle documenten en inlichtingen die hem te dien einde zouden gevraagd worden.

Bij gebrek aan aangifte zoals voorzien in de artikelen 7 en 8 of in geval van onjuiste, onvolledige of onduidelijke aangifte wordt de belastingplichtige van ambtswege belast, volgens de elementen waarover de administratie beschikt. Bij het inkohieren van ambtswege worden de aanslagen verhoogd met een bedrag gelijk aan het verschuldigd of het als dusdanig geraamd recht.

ARTIKEL 11

Onderhavige belasting en haar eventuele vermeerdering zal via kohier ingevorderd worden.

De invordering en de geschillen worden beheerd overeenkomstig de wettelijke bepalingen ter zake.

ARTIKEL 12

Het huidige reglement heft alle voorgaande desbetreffende reglementen op.